Definitie van de bekkenbodem

De bekkenbodem of het perineum is een anatomische zone dat de onderkant van het bekken afsluit en bestaat uit een spieren, fasciae, pezen en ligamenten.

De BEKKENBODEMSPIEREN (BBS) zijn heel klein (ongeveer 4cm lang en 6 cm breed) en maken deel uit van de bekkenbodem. Zij vormen een ruit tussen het schaambeen, het staartbeentje, en de 2 zitknobbels.

Deze spieren nemen deel aan de continentie voor urine en ontlasting, aan de stabiliteit van het bekken en aan de seksuele functies. Hoewel de contractie van deze spieren van groot belang is, is de ontspanning ervan net zo belangrijk voor onder meer mictie en defecatie.

Boven het perineum hangen de bekkenorganen

Bij de vrouw: De blaas vooraan, de baarmoeder in het midden en de endeldarm achteraan. Het perineum wordt doorkruist door de urinebuis, de vagina en vervolgens het anale kanaal.

Bij de man: We hebben de blaas, de prostaat en het rectum. Het perineum wordt doorkruist door de urethra en het anale kanaal.

Onwetendheden rondom de bekkenbodem

Over dit gebied is vaak weinig geweten, het is taboe en het wordt vaak levenslang verwaarloosd en zelfs slecht behandeld. Het speelt nochtans een belangrijke rol bij de handhaving van de urinaire continentie bij het verhogen van de intra-abdominale druk en bij dde blaascontrole dankzij een reflex die de blaas inhibeert. Ook voor het behoud van de fecale incontinentie is de bekkenbodem belangrijk, evenals voor een harmonieuze intimiteit en een evenwichtig seksleven.

De bekkenbodem van mannen en vrouwen kan in de loop van hun leven heel wat schade oplopen. Deze problemen komen vaak voor en kunnen leiden tot invaliderende aandoeningen in het sociale, intieme, seks-, sportieve en beroepsleven en gaan sterk de levenskwaliteit beïnvloeden. De meeste patiënten durven er met hun naasten niet over te praten en aarzelen lang alvorens te rade te gaan bij een gezondheidswerker. Hoewel het onderwerp vaak ter sprake komt bij vrouwen (naar schatting lijdt één op de drie vrouwen aan bekkenbodemdisfuncties) of kinderen, komt het veel minder vaak ter sprake bij mannen. Maar ook zij kunnen hiermee te maken krijgen en dezelfde fysieke, relationele en/of psychologische gevolgen ondergaan.

Welke disfuncties kunnen zich voordoen?

Disfuncties in het gebied van het kleine bekken (pelvis) kunnen zich op verschillende manieren voordoen manifesteren, en kunnen geïsoleerd of gecombineerd voorkomen.

Urinaire symptomen

  • Inspanningsincontinentie: deze vorm van incontinentie wordt veroorzaakt door druk als gevolg van hoesten, niezen, lachen of snikken, schreeuwen, braken, een last dragen, hardlopen of eender welke andere inspanning.
  • Aandrangincontinentie: sterke aandrang tot urineren, overdag en ‘s nachts, die men niet onder controle kan houden. Dit kan gepaard gaan met urineverlies. In dat geval is er sprake van aandrangincontinentie
  • Gemengde incontinentie: een combinatie, in wisselende verhoudingen, van de twee vormen van urine-incontinentie (inspanningsincontinentie en aandrangincontinentie)
  • Pollakisurie: abnormaal hoge plasfrequentie, vaak met kleine hoeveelheden urine
  • Dysurie: moeilijk plassen, vertraging van de urinestraal, zwakke of onderbroken urinestraal, noodzaak om de urine eruit te persen of bepaalde houdingen aan te nemen. Dit kan te wijten zijn aan een gebrek aan contractie van de detrusor (blaasspier) of aan de aanwezigheid van een obstakel. Het kan ook gedragsmatig zijn, bij mensen met een syndroom van lage mictiefrequentie (minder dan 3 keer plassen per dag).
  • Enuresis (bedplassen): onvrijwillig en onbewust urineren tijdens de slaap
  • Nycturie: ‘s nachts vaak opstaan om te plassen

Ano-rectale symptomen

  • Fecale of anale incontinentie: ontlastingsverlies van gas en/of stoelgang
  • Encopresis treedt op bij mensen die zich inhouden om een stoelgang te vermijden, waardoor de ontlasting zich ophoopt in de dikke darm en het rectum, met onvrijwillig ontlastingsverlies tot gevolg.
  • Constipatie: vertraagde of moeilijke stoelgang. Dit kan zich occasioneel (reizen, zwangerschap, enz.) of chronisch (minstens 6 tot 12 maanden, met meer of minder uitgesproken symptomen) voordoen. Er is sprake van constipatie als een persoon minder dan 3 keer per week ontlasting heeft en/of wanneer het rectum onvoldoende wordt geledigd.
  • Dyschesie, ook bekend als terminale, distale of anorectale constipatie. Dit soort klachten zijn het gevolg van een rectum dat onvoldoende wordt geledigd, ondanks aanzienlijke inspanningen om te persen, een gevoel van duwen tegen een gesloten deur (bekkenbodem dyssynergie of dyschezie), en soms het gebruik van digitale handelingen om de ontlasting te evacueren. Deze inspanningen om te persen rekken het perineum en het ligamentenstelsel op, wat op lange termijn kan leiden tot urine- en anale incontinentie en/of een verzakking van organen.

Algemeen

  • Descending perineum: overmatige verzakking van de bekkenbodem tijdens het persen met een abnormale afdaling in rust.
  • ‘Bevroren’ perineum (immobiel perineum): zeldzame situatie, het ultieme stadium van een beschadigde bekkenbodem.
  • Prolaps: verzakking van de urogenitale organen
    • Rectocele (of verzakking van het rectum): loslating van de weefselwand tussen het rectum en de vagina.
    • Cystocele (of blaasverzakking): meest voorkomende prolaps (80% van de gevallen): verzakking van de blaas in de vagina.
    • Hysterocele (of verzakking van de baarmoeder): verzakking van de baarmoeder in de vagina
  • Pelvische, peripelvische, abdominale en pelviperineale pijn : endometriose, myofasciaal pijnsyndroom, perioperatief (hysterectomie, prostatectomie), enz.
  • Chronische perineale pijn: komt vaak voor en wordt gedefinieerd als pijn in het bekkengebied die langer dan 3 maanden aanhoudt. Voorbeelden: syndroom van Alcock, pudenduslijden, clunealgie, vulvodynie, vestibulitis, enz.

Seksuele disfuncties

Seksuele disfuncties worden gekenmerkt door een verstoring van de interesse, het verlangen, de opwinding, de vaginale smering en het orgasme.

Deze disfuncties kunnen in verband worden gebracht met pijn, stressincontinentie, medische problemen (bestraling van het bekken, verwijdering van de baarmoeder, enz.), psychologische of contextuele factoren.

Deze problemen kunnen primair (disfunctie die altijd al heeft bestaan) of secundair (na een trauma, operatie, enz.) zijn.

Met pelvische reëducatie kunnen we onder meer de volgende seksuele problemen aanpakken:

  • Coïtale incontinentie: urineverlies tijdens seksuele betrekkingen,
  • Dyspareunie: pijn bij (het aanzetten tot) vaginale penetratie of tijdens vaginale geslachtsgemeenschap.
  • Vaginisme (onvermogen tot penetratie): de vrouw heeft moeite met het toelaten van penetratie, ondanks haar wens om dat wel degelijk toe te laten. Er treedt vaak een reactie van vermijding en anticipatie op, door angst of pijnlijke ervaringen, met onvrijwillige contractie van de perineale spieren (hypertonie).
  • Vaginale anorgasmie: verlies van vaginale gevoelens tijdens seksuele betrekkingen. Er zijn vele oorzaken en vaak moet dit behandeld worden door een seksuoloog.
    In de kinesitherapie wordt dit symptoom soms in verband gebracht met een hypotoon perineum, d.w.z. een verslapt perineum, bijvoorbeeld in de periode na een bevalling.
  • Erectiestoornissen/vroegtijdige zaadlozing

Disfuncties rond perinataliteit

Vrouwen zijn gevoelig voor allerlei nawerkingen in de nasleep van de zwangerschap en/of de bevalling (littekens, perineale disfunctie, prolaps, incontinentie, musculoskeletale pijn, enz.)